Kerk
De eerste kerk van Schlabendorf was waarschijnlijk van hout: het 14e eeuws stenen gebouw die er nu staat werd door Cistercian monniken uit het nabijgelegen klooster van Dobrilugk gebouwd, met de hulp van de lokale bewoners.
Op de laatste Zondag voor Advent – Allerheiligen- de namen van de diegene, die in de afgelopen jaar gestorven zijn worden voorgelezen. Hun graven worden met dennentakken gedekt. In de lente worden de takken weggehaald en de graven worden met bonte bloemen beplant. Tijdens de volgende maanden is de begrafenisplaats een levendige ontmoetingsplek voor de familieleden, die komen om de planten water te geven.
Met de dreigende vernietiging van Schlabendorf, zijn de dorpelingen begonnen met het herbegraven van hun doden. Sterfgevallen tijdens de lange jaren van wachten moesten noodgedwongen elders begraven worden.
Landgoed
De kastanjeboom tegenover de kerk is nog jong, maar vervangt een veel oudere. Vroeger ontmoeten de vrouwen elkaar hier, voordat ze gingen werken op de velden. De vlasteelt en de linnenweverij waren belangrijke dorpsindustrieën in Schlabendorf: in bijna elk huis stonden spinnewiel en weefgetouw. Na het weven werd het linnen gebleekt, gewerfd of gedrukt, toen afgeleverd aan de kleermakers.
De laatste Landheer voor WW2 was Klaas Haake. Kort voor het einde van de oorlog is hij voor de Russen gevlucht. Zijn werkers mochten hem wel, omdat hij niet alleen voor arbeid zorgde, maar ook voor eten en om onderwijs voor hun kinderen. Ze mochten zelfs een eigen koe of een paar varkens zelf houden.
Na de oorlog kwamen er landhervormingen: de landsheren werden onteigend en het land werd onder de arbeiders, vluchtelingen en arme boeren verdeeld.
Veel later stond hier de MAS (de landbouw-machine uitleen), en deze plaats werd opnieuw een ontmoetingsplek voor de vrouwen die brachten het middagseten voor hun mannen.